Welkom

Beste Lezer,

Al enige tijd filosofeer ik over zingen. Dat was in eerste instantie voor de Nieuwsbrief van het Roois Gemengd Koor waar ik al lang bij zing.

Ik dacht over dat onderwerp wel wat te vinden in de filosofische literatuur, met name bij fenomenologen, maar dat viel tegen. Over taal is er al veel geschreven door filosofen, ook over muziek is wel gefilosofeerd, vooral over het effect daarvan op luisteraars, maar over het feit dat mensen zingen is nauwelijks iets te vinden. Daarom besloot ik zelf maar te gaan zoeken, denken en schrijven.

Dat heeft geresulteerd in een aanzienlijk aantal stukjes voor de Nieuwsbrief van het koor. Hoewel het denkproces nog niet af is naar mijn gevoel, wilde ik mijn ideeën toch beschikbaar stellen voor een groter publiek. Een boek zit er voorlopig niet in. Het Nederlandstalig publiek is daarvoor te klein en een subsidieaanvraag werd afgewezen. Daarom deze blog.

Ik zal de stukjes die ik schreef in een herziene versie hierop publiceren. Ik hoop dat mensen die op één of andere manier bezig zijn met zingen er wat aan hebben. Ook hoop ik dat mijn gedachten aangevuld worden door lezers vanuit hun eigen deskundigheid. Ik ben geen musicoloog en kwam bij het schrijven ook de grenzen van mijn deskundigheid tegen. Anderen kunnen het denkproces verder helpen, zodat dit een onderneming wordt van meer mensen. Misschien leidt dit ook tot een echte samenwerking.
Als je wil reageren of een stuk wil toevoegen, klik dan op ´reacties´na één van de stukken.

Denk eraan dat deze teksten beschermd zijn door het auteursrecht. Gelieve alleen teksten over te nemen na mijn toestemming. Neem daarvoor met mij contact op.


Als toetje neem ik regelmatig gedichten op bij de afleveringen. Als er geen naam bij staat is het van mezelf.

Op de blog staan de bijdragen in omgekeerde volgorde. In het archief heb je een overzicht in de logische volgorde als je ook de voorgaande maanden opent.


vrijdag 28 oktober 2011

4. Muzikale dementie

 
Oliver Sacks
In zijn boek  Musicofilia heeft de Engels/Amerikaanse neuroloog Oliver Sacks ervaringen uit zijn praktijk verzameld die te maken hebben met muziek. Een zeer boeiend boek om te lezen. Ook een inspirerend boek om door te denken over de zingende mens. In dit blog zal ik een aantal verhalen uit dit boek gebruiken om aspecten van de zingende mens te belichten. Dit keer een korte aflevering.

Oliver Sacks beschrijft (in hoofdstuk 27) een aantal gevallen van mensen die dementeerden en daarbij een opvallende toename van muzikaliteit vertoonden, ook al waren ze voorheen onmuzikaal. Sommigen hadden de neiging de hele dag te zingen, bekende liedjes of liedjes die ze zelf fantaseerden.
Onderzoek toont aan dat deze mensen een aantasting hebben van een voorhoofdskwab in de linkerhersenen. Bij deze ziekte treedt niet zozeer geheugen- of kennisverlies op maar gedragsverandering. Er treden allerlei ontremmingen op. Deze mensen verliezen hun oordeelsvermogen en zelfbeheersing. Sommigen snoepen er bijvoorbeeld onbeperkt op los als ze daartoe de kans krijgen.

Zingen en denken

Blijkbaar is zingen, minstens bij bepaalde mensen, een drift die door het logische denken afgeremd wordt. Als dit logische denken aangetast wordt en verzwakt, komt de zangdrift naar boven. Daarbij blijkt de betekenis van de woorden van de liedjes soms verloren te gaan. Een patiënt zong met overtuiging My bonnie lies over the ocean, maar kon niet vertellen wat een oceaan was en zong met evenveel overtuiging een nonsense-tekst met dezelfde klanken en ritme. Hij kon niet zeggen wat ‘Kerstmis’was, maar begon bij het uitspreken van het woord meteen We wish you a merry Christmas te zingen.

De ‘ontremmingen’ betreffen overigens niet alleen muziek en zingen, ook andere artistieke vermogens komen naar boven bij ziekte of beroerte in de linkerhersenen.
Sacks wijst ook op het ‘Grandma Moses-fenomeen’: het onverwachte en soms plotselinge   verschijnen van artistieke of muzikale vermogens op hoge leeftijd. Hij schrijft: “Zonder dat je van ziekelijkheid hoeft te spreken (misschien moet je hier zelfs van ‘gezondheid’ spreken), kunnen er allerlei remmingen zijn – psychologische, neurologische en sociale – die op latere leeftijd om een of andere reden zwakker worden en een creativiteit mogelijk maken die voor de betrokkenen net zo verbazingwekkend is als voor anderen. De muzikale of artistieke vermogens die bij frontotemporale dementie kunnen vrijkomen, komen niet uit de lucht vallen; we moeten aannemen dat het potentiële neigingen zijn die al aanwezig waren, maar dan geremd – en onontwikkeld.”

Geremde zangers

Dit is nogmaals een aanwijzing dat de ontwikkeling van ons logisch denken ten koste gaat van onze artistieke vermogens. Blijkbaar hebben mensen veel meer artistieke vermogens in zich dan er beleefd worden en naar buiten komen. De mens is dus ook veel meer een ‘zingende mens’ dan wij feitelijk zien en horen. Als we ons realiseren welke grote positieve waarde zingen blijkt te kunnen hebben voor het leven van mensen, is de vraag of en hoe het zingen en de andere artistieke vermogens meer tot hun recht kunnen komen. Moeten en kunnen we daarvoor logische denken inleveren? Willen we dat? Of is het mogelijk op een andere wijze de remmingen van onze artistieke vaardigheden te verminderen?

Het onderwijs kan daar zeker toe bijdragen, door de ontwikkeling van artistieke vaardigheden meer aandacht te geven. Veel pedagogen hebben daar al eerder voor gepleit en in sommige onderwijsvormen wordt dit ook in praktijk gebracht, bijvoorbeeld in Vrije scholen op antroposofische grondslag. Vanuit de neurologie vinden we nu een ondersteuning van dit streven.


Dualisme

Ik zou wel graag zo willen zingen,
als Leopold of Engelman,
van ijle, porseleine dingen
en liefde op een hoger plan.

Maar, nachtegaal, mijn stem is stuk
en met mijn hart voorgoed gebroken;
ik stamel schor om wat geluk
en om een vrouw die goed kan koken.

Max Schuchart (1920)
Uit: Verboden nadruk. Schiedam 1945

dinsdag 25 oktober 2011

3. Orfeus, de machtige zanger

"Orfeus trad voor de troon waarop de god Hades aan de zijde van zijn gemalin Persefone als heerser over de doden zetelde. Hij nam zijn lier, sloeg de snaren aan en zong:
'O gij die over de onderwereld heerst …
De liefde brengt mij voor uw troon,
de liefde tot mijn gade Euridice,
die mij zo wreed werd ontroofd…
Heeft niet de god der liefde ook macht over het dodenrijk?
Heeft hij niet ook u, Hades, met Persefone verenigd?
Daarom smeek ik u, o goden der onderwereld:
Geeft, geeft mij Euridice weer.'

Toen gebeurde in de onderwereld het uitzonderlijke, wat nog nooit was aanschouwd. De wezenloze schimmen luisterden naar de liefelijke klanken en weenden…Het koningspaar zelf was niet minder ontroerd. Persefone zag haar gemaal vragend aan, Hades knikte toestemmend en dadelijk zond de koningin een van de boden om Euridice te halen."

Zo (maar uitgebreider) vertelt de Romeinse schrijver Ovidius het hoogtepunt van het oude Griekse verhaal over Orfeus, de mythische zanger. Orfeus slaagt erin door zijn zang de dood te overwinnen en zijn geliefde Euridice weer vrij te krijgen uit het dodenrijk. Wie het verhaal kent weet dat er op het laatste nippertje toch nog een kink in de kabel komt. Daarover later. Wie is die Orfeus?

Ossip Zadkine - Orfeus
De machtigste zanger

Orfeus is dé zanger in de oude mythen en sagen van de Grieken. De verhalen over hem weerspiegelen iets van het denken van de oude Grieken over zingen en zangers. Wat opvalt is de macht die daarin toegeschreven wordt aan het zingen. Volgens de verhalen was Orfeus een koningszoon uit Thracië, een wilde bergstreek ten Noordoosten van Griekenland (het huidige Bulgarije).Hij werd begenadigd door Apollo, van wie hij een lier had gekregen, waarop hij zichzelf begeleidde bij het zingen. Met zijn betoverende muziek en gezang wist Orfeus de hele natuur – wilde dieren, bomen en zelfs rotsen – in de ban te houden.

In het verre verleden doorkruiste hij met Jason en een groep sterke mannen (de Argonauten) de Zwarte Zee op zoek naar het 'gulden vlies' (de gouden vacht van een ram). Orfeus gaf met zijn zang het ritme aan voor de roeiers op de boot. Met zijn muziek slaagde hij er ook in een storm te bedaren. Onderweg kwamen zij in de buurt van de Sirenen, halfgoddelijke vrouwen die de zeemannen lokken met hun zang en ze dan vermoorden. Orfeus weet de Sirenen echter te overtreffen met zijn zang, zodat het schip ongehinderd langs hen komt en zijn doel bereikt. 

Zo wordt in dat verhaal strijd gevoerd met zingen. Het lijkt wel een concours, maar dan een waar het leven van afhangt. Het doet je denken aan Idols en de X-factor en aan de strijd tussen diva's en tenoren in de opera van onze tijd.

De dood bijna weggezongen

Het meest bekend is het verhaal van Orfeus en Euridice, dat herhaaldelijk tot opera verwerkt is (o.a. door Monteverdi en Glück). Orfeus is nog maar pas getrouwd met deze mooie boomnimf als zij door een adder gebeten wordt en sterft. Orfeus wil haar terug en gaat op pad naar de onderwereld. Een levende heeft geen toegang tot de onderwereld, maar door zijn zang weet Orfeus alle hinderpalen te overwinnen. In de onderwereld brengt hij de duffe geesten in vervoering en weet hij uiteindelijke ook Hades, de koning van de onderwereld, met zijn zang te vermurwen om Euridice mee terug te laten keren naar het land van de levenden. 

Voorwaarde is wél dat Orfeus voorop gaat, dat Euridice hem volgt vanuit de onderwereld naar de mensenwereld en dat hij daarbij niet omkijkt. Als ze bijna boven zijn aangekomen twijfelt Orfeus of Euridice hem wel volgt, want hij hoort haar niet. Hij kan zich uiteindelijk niet meer beheersen en kijkt toch om. Meteen valt Euridice terug in de Onderwereld, nu voorgoed. Orfeus doet nog pogingen om opnieuw naar de Onderwereld af te dalen, maar hij komt er niet meer in. 

Tragisch: bijna had Orfeus met zijn zang ook de dood overwonnen, maar het lukt nét niet. In het verhaal lijkt het of deze mislukking te wijten is aan een kleine zwakte van Orfeus, maar het verhaal maakt daarmee natuurlijk duidelijk dat er een grens is aan de macht van de zang, ook al betreft het de beste en de machtigste zanger van de wereld en van de hele geschiedenis. Waarom moest Orfeus voorop gaan? Betekent dit dat de zang de weg wijst aan de liefde en het leven? Waarom mocht Orfeus niet omkijken en waarom deed hij het toch? 

Wat maakt dat volgens het verhaal ook deze 'superzanger' de dood niet kan overwinnen? Wil men daarmee zeggen dat het gehoorzamen aan de wil van de goden toch nog boven het zingen gaat? Of gaat het om het blinde vertrouwen in de geliefde, dat zij bij je is ook al merkt je het niet? Wijst het omkijken misschien op twijfel aan de kracht van de zang? Of betekent het dat een mens vroeg of laat toch de fundamentele grenzen van het menselijk bestaan ziet? Een mens kan niet alleen vooruitkijken, hij moet ook 'omkijken' en ziet dan waar hij vandaan komt en wat zijn wezen en zijn grenzen zijn. In ieder geval zegt het verhaal: zang is machtig en kan de wereld beïnvloeden en veranderen, maar de overwinning van de dood is een stap te ver.

Hartstochtelijke zingende vrouwen

Het vervolg van de verhalen over Orfeus is ook nog wonderlijk en raadselachtig. 
Als hij in zijn vaderland Thracië weer zit te zingen wordt hij aangevallen  door woeste vrouwen die in extase zingen en dansen op het feest van de wijngod Dionysos. Zij stenigen Orfeus, slaan hem dood met stokken en takken en trekken zijn lijk in stukken uiteen. Volgens sommige vertellers straffen de vrouwen daarmee Orfeus omdat hij trouw bleef aan Euridice en niets meer met andere vrouwen te maken wilde hebben. 

In ieder geval speelt in dit verhaal de concurrentie mee tussen de goden Apollo en Dionysos. Apollo staat voor de geordende schoonheid en de wijsheid, Dionysos is de god van de wilde hartstocht. Het is een strijd die we doorheen heel de geschiedenis van de kunst, ook van de zangkunst, terugvinden. Denk maar aan de harmonische schoonheid van de klassieke muziek tegenover de wilde ritmes van moderne bands. 

Misschien heeft het ook met leeftijd te maken: wellicht had de zang van Orfeus in zijn jonge jaren ook meer van de wilde vervoering waarmee hij alles in beweging bracht en kwam hij met de jaren tot de rust in harmonische schoonheid. Hij wordt dan wél het slachtoffer van de wilde hartstocht van een nieuwe generatie. 
Is het toevallig dat die in het verhaal uit vrouwen bestaat? Waarom waren die dan zo anders dan de zoetgevoosde vrouwenstemmen in onze koren? En hoe zit het dan met de mannen? Zijn die zo geordend en rationeel?

Het verhaal gaat nog verder. Het hoofd van Orfeus komt met zijn lier in de rivier terecht en drijft in zee zingend naar het eiland Lesbos. Daar wordt Orfeus voortaan vereerd en Lesbos wordt het centrum van de lyrische poëzie.  Wel typisch dat alleen zijn hoofd overblijft ter verering, zijn lijf ontbreekt. Is dat typisch voor onze 'klassieke' koorzang?

De vrouwen vinden we ook terug in de Sirenen die in de beroemde Odyssea van Homeros, over de zwerftocht van Odysseus van Troje naar zijn thuis op Ithaka. Zij trachten ook de held Odysseus en zijn gezellen weer te lokken met hun verleidelijk gezang. Die stoppen echter de oren dicht met was en Odysseus laat zichzelf vastbinden aan de mast van het schip, om zo de verleiding te kunnen weerstaan. Zo kan hij zijn reis voorzetten om uiteindelijk terug te keren naar zijn vrouw Penelope.

Dichterbij in tijd en ruimte vinden we de Sirene terug in het verhaal over de Lorelei. Op de steile rots met die naam aan de Rijn bij Sankt Goarshausen zingt een mooie vrouw zo verleidelijk dat de schippers niet meer opletten, te pletter varen tegen de rots en verdrinken. Het is een verhaal dat pas in de 19de eeuw opduikt. Ook daarin vinden we weer de macht van het zingen, waarvoor in de oude Griekse verhalen naast de Sirenen vooral Orfeus model staat. Heinrich Heine schreef er een gedicht over, Friedrich Silcher maakte daar het bekende lied van: "Ich weiss nicht was soll es bedeuten…".

Das Loreleylied

tekst: Heinrich Heine, 1823 (1797 - 1856)
muziek: Friedrich Silcher 1837 (1789-1860)

Ich weiß nicht was soll es bedeuten
Daß ich so traurig bin;
Ein Märchen aus alten Zeiten,
Das kommt mir nicht aus dem Sinn.                       

Die Luft ist kühl und es dunkelt,
Und ruhig fließt der Rhein;
Der Gipfel des Berges funkelt
Im Abendsonnenschein.

Die schönste Jungfrau sitzet
Dort oben wunderbar,
Ihr goldenes Geschmeide blitzet,
Sie kämmt ihr goldenes Haar.                                

Sie kämmt es mit goldenem Kamme
Und singt ein Lied dabey;
Das hat eine wundersame,
Gewaltige Melodei.

Den Schiffer, im kleinen Schiffe,
Ergreift es mit wildem Weh;
Er schaut nicht die Felsenriffe,
Er schaut nur hinauf in die Höh´.                            

Ich glaube, die Wellen verschlingen
Am Ende Schiffer und Kahn;
Und das hat mit ihrem Singen
Die Lore-Ley getan.

zondag 16 oktober 2011

2. Je hart laten klinken


Zingen is gezond en geeft je een goed gevoel. Dat blijkt uit het onderzoek van de universiteit van Frankfurt in ieder geval te kloppen voor het zingen van het Requiem van Mozart (zie aflevering 2). De onderzoekers hopen ook te kunnen aantonen dat dit ook bij andere muziek geldt.
Is daarvoor ook een verklaring te geven? Een voor de hand liggende verklaring is dat je bij het zingen extra veel zuurstof binnenkrijgt, meer dan je strikt nodig hebt. Zingen is als het ware fitness voor je innerlijk. Toch is er waarschijnlijk nog meer aan de hand en wel iets dat zeer fundamenteel is.

Onze 'ziel'


Sinds de tijd van de zogenaamde 'dieptepsychologen' (Freud, Jung, Adler) weten we dat in ons veel meer leeft dan datgene waarvan we ons bewust zijn. Het 'onbewuste' speelt een grote rol in ons leven en in onze geestelijke en lichamelijke gezondheid.  Dat wordt duidelijk als we te maken krijgen met mensen die geestelijk ziek zijn, die lijden aan neurosen of psychosen. Traumatische ervaringen die onbewust in ons doorwerken kunnen ons evenwicht verstoren en ons ziek maken. Soms zijn het onbewuste verlangens die we niet toelaten en verdringen.

Sigmund Freud heeft zich daarbij vooral gericht op erotische verlangens die door de maatschappij of het eigen milieu niet geaccepteerd worden. Carl-Gustav Jung heeft zijn aandacht ook op andere onbewuste verlangens gericht, zoals macht en veiligheid. Wat bij geesteszieken duidelijk wordt in hun gedrag, speelt onder de oppervlakte ook bij gezonde mensen, bij iedereen. Het zijn volgens Jung juist deze onbewuste verlangens die ons geestelijk en lichamelijk welzijn  grotendeels bepalen, onze tevredenheid of ontevredenheid, levenslust of misnoegen en verveling. Het is datgene wat de oude culturen en godsdiensten steeds hebben aangeduid als 'de ziel'.

Om goed te begrijpen wat Jung hiermee bedoelt, moeten we dit woord even losmaken van de klassieke voorstellingen van de catechismus over de ziel. Voor Jung is de 'ziel' de diepgang van ons leven, te onderscheiden van ons 'bewustzijn'. Het bewustzijn is slechts het topje van de ijsberg die onze geest is. Wat in onze 'ziel' leeft is een erfenis van alle generaties vóór ons, die ons wordt doorgegeven door onze ouders en onze directe omgeving. Vooral de laatste maanden vóór onze geboorte en de eerste maanden daarna zijn van fundamenteel belang voor onze 'ziel'. Uit alles blijkt dat de ervaringen van een kind in die periode zeer sterk zijn geestelijke gezondheid en zijn geluk bepalen. Daar wordt de basis gevormd voor een gezond bewust leven en de groei van een gezonde eigen persoonlijkheid.

Zingen vanuit je hart


Zingen heeft sterk met deze 'ziel' te maken, sterker dan spreken. De diepste drang om te zingen komt voort uit deze 'ziel'. We kunnen ook zeggen dat hij uit ons 'hart' komt. In ons spreken speelt onze 'ziel' ook een aanzienlijke rol, maar spreken hoort toch meer bij het bewustzijn, bij ons denken.Dat vinden we ook terug in onze hersenen. Die bestaan uit twee helften die sterk zelfstandig werken. Zingen wordt aangestuurd door de rechterhersenhelft (bij rechtshandigen), waar gevoel, creativiteit en kunst huizen, terwijl spreken wordt aangestuurd door de linkerhersenhelft, waarmee wij logisch denken en ons leven ordenen .

Het verband van zingen met onze 'ziel' verklaart veel ervaringen die zangers hebben. Als het zingen 'lukt' dan heb je het gevoel dat het uit je diepste zelf komt, uit je hart. Dat lukt niet bij alle zingen. Allerlei zaken moeten daartoe samenvallen: een gezonde stem en ademhaling, muziek die bij je past, de juiste mensen eromheen, gunstige omstandigheden. Als zanger ben je echter voortdurend op zoek naar die momenten. Dat verklaart waarom mensen veel tijd, moeite en geld investeren in hun zangactiviteiten.

Wat betekent het echter dat het zingen 'lukt'? Wat gebeurt er dan?  De franse psychiater Marie-France Castarède, zelf vele jaren lid van het koor van het orkest van Parijs, wijst op twee zaken: de persoonlijk verbinding met onze allereerste ervaringen in de baarmoeder en kort na onze geboorte en onze huidige beleving van eenheid met andere zangers.

De klank van je moeder


Het eerste zintuig dat zich ontwikkelt in de negen maanden dat je gedragen wordt door je moeder is je gehoor. In de evolutie is het gehoor ontstaan uit het orgaan waarmee dieren zich in het water oriënteerden. Dat verklaart o.a. waarom ons gehoor verbonden is met het evenwichtsorgaan. Het binnenoor bestaat uit een soort slakkenhuis, gevuld net water zoals het 'oerwater' waarin het leven ontstaan is. In de zwangerschap doorloopt een kind versneld deze evolutie. Halverwege de zwangerschap, na vierenhalf maand is het gehoor al volledig ontwikkeld en hoort het kind net zo goed als later in zijn leven. Dat betekent dat de eerste wereld waarin je ontwaakt als mens de klankwereld is.

Je hoort luid het kloppen van het hart van je moeder, maar ook het ruisen van haar bloed, haar ademhaling, haar zuchten, spreken, zingen. Je hoort ook al de wereld waarin je moeder leeft: de stem van je vader, oudere broers en zussen, de familie, de omgeving, de geluiden van het huis, de muziek die in huis klinkt, het lawaai van de straat, de wind, het ruisen van de zee. Dit alles maak je mee in de veilige  baarmoeder waarin je door je moeder gedragen wordt, leeft van haar bloed, door haar beschermd wordt. Je diepste wezen wordt sterk gevormd door de klankwereld waarin je in die periode leeft.

Het ligt daarom voor de hand dat klanken in je latere leven je onbewust terugvoeren naar deze periode, naar deze veilige tijd. Bepaalde klanken kunnen daarom emoties oproepen die je niet bewust kunt verklaren. Mensen die dement zijn of zwakzinnig blijken dikwijls merkwaardig positief te reageren op bepaalde muziek en een hoger bewustzijnsniveau te vertonen dan in hun gewone gedrag. Als je zingt roep je zelf deze klankwereld op met alle gevoelens die daarmee samenhangen.

'Natuurlijk' zingen


Dat zal het sterkst zijn als je 'natuurlijk' zingt. In de loop van je leven, vooral als je zanger bent, zeker als je daarvoor een scholing doorloopt, kun je je zang ontwikkelen met technieken die zangleraren of dirigenten je aanleren. Deze technieken kunnen je 'natuurlijk' zingen ontwikkelen en versterken, maar ze kunnen er ook toe leiden dat je vervreemdt van je eigen zangwortels en kunstmatig gaat zingen. Dat leidt overigens dikwijls tot problemen met je stem en heeft een negatieve invloed op de gevoelswaarde van je zang en op de vreugde die je eraan beleeft.

In de wereld van de zangpedagogen wordt heftig gediscussieerd over stemvorming en de aanpak van stemproblemen. Recent hebben pedagogen in Duitsland een methode ( de Lichtenberger methode) ontwikkeld die sterk geïnspireerd is door de ideeën van Carl Jung. De klassieke weg van de 'technische trucjes' om beter te zingen wijzen zij af en werken vooral aan de ontwikkeling van de 'natuurlijke' stem van de zanger. Het gaat er dan om je eigen stem te ontdekken en deze in haar volle rijkdom te ontwikkelen. 

Je ontdekt als zanger ook dat bij bepaalde muziek je innerlijk meer 'meeresoneert' dan bij andere. In mijn vorige bijdrage vertelde ik over mijn intense ervaring bij het Requiem van Mozart. Soms kan de mode daarin een rol spelen, dikwijls ook bepaalde belevenissen die door die muziek worden opgeroepen, een vakantie, een verliefdheid, een overlijden. Steeds als ook je persoonlijke 'oerklank' meespelen, de klank die je meekreeg van je moeder en haar omgeving.

Zo blijkt in onze zangervaring hoe diep we verbonden zijn met de mensen waaruit wij voortkomen. In je persoonlijke 'oerklank' speelt immers niet alleen je moeder mee, maar ook de hele wereld  en de mensen waaruit zij zelf is voortgekomen. Als je zingt klinkt deze wereld mee. We beleven in het zingen onze eenheid met het verleden, uiteindelijk met de hele mensheid vóór ons.

Meestal zingen we niet alleen. Zingen in groep of in een koor levert nog een andere eenheidservaring op, die met onze medezangers. Ook dat is een belangrijke factor die maakt dat het zingen 'lukt'. Ook daarbij speelt onze 'ziel' een grote rol. Daarover een volgende keer meer.

 

Als moeder zong

t: Jozef Simons (1888-1948); m: Lodewijk De Vocht

Als moeder zong bij 't schuivend wieggeschemel
vergleed haar lied als harpezang, zo teer.
Dan streek er vast een seraf uit de hemel
op zachte wieken bij haar wichtje neer.

Refrein:
Als moeder zong was heel het huis vol vreugde
Als moeder zong van liefd' en levensmoed.
Als moeder zong en ons het hart verheugde
als moeder zong was alles, alles goed.

Als moeder zong 'welaan bemint elkander'
dan rees voor ons het voorbeeld dat zij gaf.
Niet voor zichzelf, zij leefde voor een ander
zij was voor ons in zorg tot aan het graf.

Zing, moeders, zing, zoals uw moeders zongen
Gij maakt de wereld beter met uw lied.
Zing vroeg en laat, zing vrij en ongedwongen:
"Alleen de boze mensen zingen niet!"

zondag 9 oktober 2011

1. Zingen is gezond

"Het zingen in een koor blijkt het menselijk immuunsysteem te versterken.
Na het zingen van Mozarts Requiem werd een aanzienlijke verhoging van de afweerstof immuunglobuline A gemeten. Ook het cortison-gehalte in het bloed, een beschermingshormoon tegen stress, reageert gunstig op zingen. Bovendien verbeterde de gemoedstoestand van de koorzangers door het zingen beduidend. Als er alleen naar het Requiem werd geluisterd veranderde er weinig in de bloedwaarden. "

Aldus een bericht op de website Muziekenzorg.nl in 2004.

Onderzoek
 
Onderzoekers  van de universiteit van Frankfurt onderzochten de leden van een kerkkoor in Frankfurt bij twee repetities voor het Requiem. Bij de tweede repetitie werden ook toehoorders onderzocht. Het onderzoek van het bloed van de koorzangers en de luisteraars leverde in ieder geval een opmerkelijk en onbetwistbaar resultaat. Het onderzoek naar de gemoedstoestand van de koorzangers zal wel niet zo exact geweest zijn. Hoe het gebeurde wordt niet vermeld. Uit eigen recente ervaring kan ik wel bevestigen dat het oefenen en zingen van het Requiem mij een zeer positief gevoel gaf en ik had de indruk dat dat ook bij de andere leden van het koor het geval was.

Zou zingen in andere situaties, bijvoorbeeld solozang in de keuken of in bad, ook zulk positief effect hebben op de gezondheid? De onderzoekers uit Frankfurt denken het wél en willen dat ook verder onderzoeken, maar daarover zijn nog geen berichten gepubliceerd. Het zou niet verrassend zijn, als je bedenkt welk een overvloed aan zuurstof je inademt bij het zingen. Ik vermoed nochtans dat het effect niet altijd even sterk en even positief zal zijn. Iedereen die in een koor zingt weet uit ervaring dat je gevoel erg verschillend kan zijn na een repetitie of een uitvoering. Tegen de achtergrond van mijn recente ervaring met het Requiem van Mozart wil ik hier enkele factoren naar voren halen die daarin een rol spelen. Dat levert een bijdrage tot een beter inzicht in wat er gebeurt als mensen zingen.

Mozarts´s Requiem

Vanaf mijn jeugd heb ik gezongen, vooral in de kerk en de jeugdbeweging. Sinds 33 jaar zing ik in een koor. Het was de eerste keer dat ik het Requiem van Mozart zong en dat was een uitzonderlijke ervaring. Niet eerder ging ik met zoveel zin naar repetities. Wat daar allemaal in meegespeeld heeft is moeilijk te zeggen, zeker meer dan ik mij bewust ben. Enkele zaken weet ik wél. Het is niet de inhoud van de teksten die mij aantrok. Ze leggen wel de verbinding met de oude traditie en een aantal zijn troostrijk en kan ik plaatsen in mijn eigen visie op geloof en leven, maar andere vind ik alles behalve aantrekkelijk.

Sommige teksten van de requiemmis, vooral die van het Dies Irae,  komen uit een zeer negatieve middeleeuwse visie op het menselijk leven en een visie op God en geloof waar ik absoluut niet meer achter sta. Mijn vertrouwdheid met het latijn versterkt waarschijnlijk nog mijn negatief gevoel daarover. Ik heb het gevoel dat Mozart met zijn muziek deze oude teksten zodanig overstijgt dat je hun letterlijke inhoud vergeet. Dat kan dus bij muziek gebeuren. Toen Mozart de opdracht kreeg om een Requiem te componeren was hij gebonden aan deze teksten. Hij had het geld erg nodig en deed daar dus niet moeilijk over, hoewel hij daar als vrijmetselaar waarschijnlijk bedenkingen bij had. Hij voelde zich ook erg moe en ziek en vermoedde dat hij aan zijn eigen dodenmis schreef.

De kracht van dit Requiem is volgens mij dat Mozart de harde teksten gebruikt heeft om zijn eigen woede en wanhoop uit te drukken, afgewisseld met momenten van hoop en berusting, waar de teksten zich ook voor lenen. Dat heeft geleid tot deze geniale muziek, waarin Mozart het uiterste van zichzelf gegeven heeft. Ik denk dat zangers dat onbewust meekrijgen als ze deze muziek in zich opnemen en met heel hun lijf uitzingen. Heel anders dan een Missa Brevis van hem die ik enkele jaren geleden ook meezong. Dat was leuke maar oppervlakkige muziek, zonder echte religiositeit.

Met zijn Requiem heeft Mozart bij mij een snaar geraakt in het diepste van mezelf. Dat is een zalige ervaring. Je kunt er dan weer tegen. Ik geloof best dat je immuunsysteem erdoor versterkt wordt. In veel delen had ik ook het gevoel dat ik door de muziek gedragen werd, bijvoorbeeld bij het begin en het einde (Requiem) en bij het Lacrimosa, dat Mozart stervend schreef. Andere stukken eisen je helemaal op en putten je uit, zoals het Confutatis. In de repetitie kon ik dat geen driemaal na elkaar zingen. Gelukkig dat de vrouwenstemmen er dan zijn om je op te vangen met "Voca me".

Muziek die je raakt

 Het Requiem was voor mij een uitzonderlijke ervaring, maar ook bij andere muziekstukken heb ik een positief gevoel. Het gaat erom of de muziek een snaar raakt in de zanger. Dat kan een ernstige snaar zijn, maar ook een luchtige, dromerig of uitbundig. Ik weet niet of ik het ook zou hebben bij popmuziek, omdat ik daar nooit ingedoken ben. Je moet de muziek wel in je opnemen. Dat vraagt tijd, aandacht en openheid. Toch ligt sommige muziek je beter dan andere. Je kunt jezelf leren kennen door na te gaan welke muziek bij jou een innerlijke snaar doet trillen. Je merkt dat medezangers daar erg in verschillen.

Bij de repetities van het Requiem speelde een grote rol dat de koorzangers op dat punt verwant waren aan elkaar. Je draagt elkaar dan. Het samen zingen schept dan een vertrouwdheid met elkaar die ook sterk bijdraagt aan de positieve ervaring. Dat is soms wel eens anders in een koor. Als die innerlijke verwantschap niet groeit, is het moeilijk zingen en zal het zingen wel niet zo sterk bijdragen aan je gezondheid.  Het zingen in een koor is een aparte sociale ervaring. Ik vond daarover een interessant boekje, waarin dit besproken wordt vanuit de psychoanalyse. Daar kom ik een volgende keer op terug.

Intussen geniet ik natuurlijk nog na van de positieve reacties  van het talrijke publiek op onze uitvoering van het Requiem in Rooi en de positieve recensies in de kranten. Ook die dragen bij tot de positieve gevoelens waar zingen toe kan leiden. Ik schreef na de uitvoering volgend gedicht.


Mozart's Requiem

Wij zongen Requiem
en traden in de rust
die deze godenzoon
ons naliet uit zijn wanhoop.

Dies irae,
woedend bonkend
tegen 't harde lot,
zoveel schoonheid
in de knop gebroken.

Lacrimosa,
laatste tranen
en berusting,
hopend op het grote Licht.

Lux aeterna,
schoonheid uit de pijn geboren,
eeuwig doorgegeven klank
van Gods eigen trouw.


Gezonde geest

Het onderzoek aan de universiteit van Frankfurt, waarover ik hierboven sprak, werd o.a. geleid door Hans Günther Bastian. Deze werd eerder bekend van een langlopend onderzoek aan basisscholen in Berlijn naar de invloed van intensief muziekonderricht op de intelligentie en op de sociale vaardigheden.
Volgens Bastian is uit zijn onderzoek gebleken dat intensief muziekonderricht duidelijk leidt tot een groei van de intelligentie van de onderzochte kinderen, maar ook tot een betere sociale vaardigheid. Er is indringende kritiek uitgeoefend op zijn onderzoek, maar Bastian meent die kritiek te kunnen weerleggen. 

Voor ons blijft dan nog de vraag hoe belangrijk zingen is geweest in dit intensievere muziekonderricht. Omdat het over basisonderwijs gaat kan echter zonder meer aangenomen worden dat zingen daarin een belangrijk aspect is geweest. Daarom is uit dit onderzoek ook het besluit gerechtvaardigd dat zingen slimmer maakt en de sociale vaardigheden verbetert. Dat laatste is ook aannemelijk vanuit het sociale aspect van zingen dat ik later nog zal bespreken.
 
Er zijn ook elders nog onderzoeken gebeurd naar de invloed van muziek op de intelligentie. Die wijzen allemaal op een positieve invloed. In die onderzoeken gaat het echter steeds om instrumentale muziek. Het is redelijk te veronderstellen dat de conclusies van die onderzoeken doorgetrokken mogen worden naar de invloed van zingen, omdat de mechanismen - met name de hersenfuncties die geactiveerd worden - grotendeels dezelfde zijn, uitgezonderd op het terrein van de motoriek. Dat blijven echter afgeleide conclusies die niet door onderzoek onderbouwd zijn.

Uit dit alles mogen we wel voorzichtig stellen dat er aanwijzingen zijn dat zingen bijdraagt tot de ontwikkeling van de menselijke geest en van een goede samenleving. Deze overtuiging wordt versterkt door ervaringen in de neurologie en door waarnemingen en beschouwingen die later aan bod zullen komen.

Inleiding


"600.000 Nederlanders besteden meer dan een uur per week aan hun hobby zingen." (NRC januari 2000). Dat betreft alleen nog maar het zingen in koren. We zingen nog veel meer: in bad, onder de douche, in het voetbalstadion, in de kroeg… Mensen zingen, alleen of in een groep. Wellicht minder dan in de tijd toen er nog geen radio of andere geluidsinstallaties waren. Tegenwoordig is er meer muziek dan ooit, maar de concurrentie maakt dat mensen zelf minder zingen. Zingen is meer dan vroeger een zaak van specialisten geworden, zangers die met het zingen hun brood verdienen. Daarmee gaat wel iets van het spontane plezier van het zingen verloren. De massa van de koorzangers verdienen er niets mee, moeten meestal contributie betalen om mee te mogen zingen. Dat hebben zij ervoor over, omdat zingen hun lust en hun leven is. Af en toe treden ze met hun koor op voor publiek. Dan kunnen ze laten horen wat ze kunnen en soms genieten van de  bewondering voor hun prestaties. Die enkele optredens verklaren echter niet waarom mensen zoveel geld en moeite over hebben om met anderen te kunnen zingen. Alleen wie zelf plezier heeft in het zingen heeft het ervoor over.

Wat is zingen?
Wat maakt dat mensen genoegen beleven aan het zingen? Waarom roept zingen dikwijls emoties op? Daarvoor moeten we aandachtig kijken naar wat eigen is aan het zingen van mensen. Want zoveel is wel duidelijk: zingen is iets dat typisch is voor mensen. Apen krijsen, leeuwen brullen, koeien loeien, vogels fluiten, wij kunnen dat allemaal maar we kunnen daarnaast ook spreken en zingen. We zeggen ook wel dat vogels zingen maar dat is toch iets heel anders dan ons zingen. Het lijkt eerder op ons fluiten. Er zijn mensen die daar heel bedreven in zijn, maar het is iets anders dan zingen.
Wanneer noemen we het geluid dat mensen maken 'zingen'? Wat is het verschil met andere geluiden en met spreken? Bij al deze geluiden maken we gebruik van het strottenhoofd met de stembanden en lucht vanuit de longen. Waarin onderscheiden zij zich? De klinkers zijn bij zingen erg belangrijk, net als bij andere 'primitieve' geluiden zoals roepen, krijsen, kreunen, zuchten. Daarmee staat zingen dichter bij de geluiden die dieren maken dan spreken.  Vooral bij apen herkennen we de verwantschap. Toch zijn er grote verschillen tussen de kreten van apen en het zingen van mensen. Sommige papegaaien kunnen ook riedeltjes zingen en hebben dus de technische mogelijkheid, maar dit blijft bij een beperkte imitatie. Het zingen van mensen is nog iets anders. Wat is het verschil?

Zingen en spreken
Vooral het verschil tussen zingen en spreken is boeiend. Ze staan dicht bij elkaar en lopen soms in elkaar over. Toch verschillen zingen en spreken duidelijk van elkaar. De functie van medeklinkers is bijvoorbeeld verschillend. De medeklinkers lijken bij het zingen meestal de functie te hebben om de klinkers in te kaderen en ze daardoor variatie te geven bij het klinken. Bij het spreken zijn de medeklinkers erg belangrijk: zij bepalen grotendeels de betekenis van de woorden (in sommige oude talen, b.v. hebreeuws, werden de klinkers niet eens geschreven). Naarmate die woorden bij het zingen belangrijk zijn, neemt ook het belang van de medeklinkers toe. Duidelijk is dat zingen met zijn klanken dichter bij onze gevoelens staat, spreken met zijn betekenis dichter bij ons denken. Toch zingen we meestal op teksten. Waarom eigenlijk?

Filosofie
Over de betekenis van de taal voor mensen is veel gefilosofeerd. Dat zingen invloed heeft op mensen is bekend en ook is al enigszins bekend hoe dat in de hersenen werkt, maar er is nog nauwelijks over gefilosofeerd. Over de betekenis van muziek is vooral in de laatste eeuw vrij veel gefilosofeerd, vooral dan over het beluisteren ervan, maar over het feit dat mensen zingen moeten we het stellen met enkele algemene uitspraken. Met taal communiceren mensen en ordenen ze de werkelijkheid. Welk is hun relatie tot de werkelijkheid in het zingen?

De bedoeling van deze beschouwingen is om een aanzet te geven tot een fenomenologische filosofie van het zingen van mensen. Ze zijn dus niet gericht op het bevorderen en verbeteren van het zingen. Daarover is veel geschreven in het kader van onderwijs, met name zangonderwijs en koorleiding. Zijdelings zullen deze beschouwingen wel inzichten kunnen opleveren die ook praktische consequenties hebben, maar de uitwerking daarvan vraagt om een andere deskundigheid. Hier gaat het om inzichten omtrent het fenomeen mens, om een stukje antropologie. Volledigheid kan hier ook niet verwacht worden, want het terrein waarover te denken valt is oeverloos. Dit zijn beschouwingen van iemand die al vele jaren met plezier in koren zingt en filosofeert, maar een leek is in de muziekwetenschap. Ze zijn in eerste instantie geschreven voor mensen die zelf zingen, ook zonder daarvan hun beroep te maken. Mensen die beter thuis zijn in de zangtechniek of in de musicologie zullen deze beschouwingen zeker kunnen toespitsen en aanvullen. Hopelijk worden ze daartoe ook uitgedaagd door deze aanzetten. Dat kan een verdere verrijking en verdieping opleveren voor ons inzicht in het zingen en in mensen.

Zingen
dat is blij zijn
dat is heel droevig zijn
dat is kwaad zijn
dat is vertederd zijn
dat is verliefd zijn
dat is verrukt zijn
dat is zot zijn
dat is diep gelukkig zijn
zingen, dat is zeer hevig leven!

Willem Vermandere (1940)