![]() |
Oliver Sacks |
Oliver Sacks beschrijft (in hoofdstuk 27) een aantal gevallen van mensen die dementeerden en daarbij een opvallende toename van muzikaliteit vertoonden, ook al waren ze voorheen onmuzikaal. Sommigen hadden de neiging de hele dag te zingen, bekende liedjes of liedjes die ze zelf fantaseerden.
Onderzoek toont aan dat deze mensen een aantasting hebben van een voorhoofdskwab in de linkerhersenen. Bij deze ziekte treedt niet zozeer geheugen- of kennisverlies op maar gedragsverandering. Er treden allerlei ontremmingen op. Deze mensen verliezen hun oordeelsvermogen en zelfbeheersing. Sommigen snoepen er bijvoorbeeld onbeperkt op los als ze daartoe de kans krijgen.
Zingen en denken
Blijkbaar is zingen, minstens bij bepaalde mensen, een drift die door het logische denken afgeremd wordt. Als dit logische denken aangetast wordt en verzwakt, komt de zangdrift naar boven. Daarbij blijkt de betekenis van de woorden van de liedjes soms verloren te gaan. Een patiënt zong met overtuiging My bonnie lies over the ocean, maar kon niet vertellen wat een oceaan was en zong met evenveel overtuiging een nonsense-tekst met dezelfde klanken en ritme. Hij kon niet zeggen wat ‘Kerstmis’was, maar begon bij het uitspreken van het woord meteen We wish you a merry Christmas te zingen.
De ‘ontremmingen’ betreffen overigens niet alleen muziek en zingen, ook andere artistieke vermogens komen naar boven bij ziekte of beroerte in de linkerhersenen.
Sacks wijst ook op het ‘Grandma Moses-fenomeen’: het onverwachte en soms plotselinge verschijnen van artistieke of muzikale vermogens op hoge leeftijd. Hij schrijft: “Zonder dat je van ziekelijkheid hoeft te spreken (misschien moet je hier zelfs van ‘gezondheid’ spreken), kunnen er allerlei remmingen zijn – psychologische, neurologische en sociale – die op latere leeftijd om een of andere reden zwakker worden en een creativiteit mogelijk maken die voor de betrokkenen net zo verbazingwekkend is als voor anderen. De muzikale of artistieke vermogens die bij frontotemporale dementie kunnen vrijkomen, komen niet uit de lucht vallen; we moeten aannemen dat het potentiële neigingen zijn die al aanwezig waren, maar dan geremd – en onontwikkeld.”
Geremde zangers
Dit is nogmaals een aanwijzing dat de ontwikkeling van ons logisch denken ten koste gaat van onze artistieke vermogens. Blijkbaar hebben mensen veel meer artistieke vermogens in zich dan er beleefd worden en naar buiten komen. De mens is dus ook veel meer een ‘zingende mens’ dan wij feitelijk zien en horen. Als we ons realiseren welke grote positieve waarde zingen blijkt te kunnen hebben voor het leven van mensen, is de vraag of en hoe het zingen en de andere artistieke vermogens meer tot hun recht kunnen komen. Moeten en kunnen we daarvoor logische denken inleveren? Willen we dat? Of is het mogelijk op een andere wijze de remmingen van onze artistieke vaardigheden te verminderen?
Het onderwijs kan daar zeker toe bijdragen, door de ontwikkeling van artistieke vaardigheden meer aandacht te geven. Veel pedagogen hebben daar al eerder voor gepleit en in sommige onderwijsvormen wordt dit ook in praktijk gebracht, bijvoorbeeld in Vrije scholen op antroposofische grondslag. Vanuit de neurologie vinden we nu een ondersteuning van dit streven.
Dualisme
Ik zou wel graag zo willen zingen,
als Leopold of Engelman,
van ijle, porseleine dingen
en liefde op een hoger plan.
Maar, nachtegaal, mijn stem is stuk
en met mijn hart voorgoed gebroken;
ik stamel schor om wat geluk
en om een vrouw die goed kan koken.
Max Schuchart (1920)
Uit: Verboden nadruk. Schiedam 1945
Geen opmerkingen:
Een reactie posten