Welkom

Beste Lezer,

Al enige tijd filosofeer ik over zingen. Dat was in eerste instantie voor de Nieuwsbrief van het Roois Gemengd Koor waar ik al lang bij zing.

Ik dacht over dat onderwerp wel wat te vinden in de filosofische literatuur, met name bij fenomenologen, maar dat viel tegen. Over taal is er al veel geschreven door filosofen, ook over muziek is wel gefilosofeerd, vooral over het effect daarvan op luisteraars, maar over het feit dat mensen zingen is nauwelijks iets te vinden. Daarom besloot ik zelf maar te gaan zoeken, denken en schrijven.

Dat heeft geresulteerd in een aanzienlijk aantal stukjes voor de Nieuwsbrief van het koor. Hoewel het denkproces nog niet af is naar mijn gevoel, wilde ik mijn ideeën toch beschikbaar stellen voor een groter publiek. Een boek zit er voorlopig niet in. Het Nederlandstalig publiek is daarvoor te klein en een subsidieaanvraag werd afgewezen. Daarom deze blog.

Ik zal de stukjes die ik schreef in een herziene versie hierop publiceren. Ik hoop dat mensen die op één of andere manier bezig zijn met zingen er wat aan hebben. Ook hoop ik dat mijn gedachten aangevuld worden door lezers vanuit hun eigen deskundigheid. Ik ben geen musicoloog en kwam bij het schrijven ook de grenzen van mijn deskundigheid tegen. Anderen kunnen het denkproces verder helpen, zodat dit een onderneming wordt van meer mensen. Misschien leidt dit ook tot een echte samenwerking.
Als je wil reageren of een stuk wil toevoegen, klik dan op ´reacties´na één van de stukken.

Denk eraan dat deze teksten beschermd zijn door het auteursrecht. Gelieve alleen teksten over te nemen na mijn toestemming. Neem daarvoor met mij contact op.


Als toetje neem ik regelmatig gedichten op bij de afleveringen. Als er geen naam bij staat is het van mezelf.

Op de blog staan de bijdragen in omgekeerde volgorde. In het archief heb je een overzicht in de logische volgorde als je ook de voorgaande maanden opent.


dinsdag 25 oktober 2011

3. Orfeus, de machtige zanger

"Orfeus trad voor de troon waarop de god Hades aan de zijde van zijn gemalin Persefone als heerser over de doden zetelde. Hij nam zijn lier, sloeg de snaren aan en zong:
'O gij die over de onderwereld heerst …
De liefde brengt mij voor uw troon,
de liefde tot mijn gade Euridice,
die mij zo wreed werd ontroofd…
Heeft niet de god der liefde ook macht over het dodenrijk?
Heeft hij niet ook u, Hades, met Persefone verenigd?
Daarom smeek ik u, o goden der onderwereld:
Geeft, geeft mij Euridice weer.'

Toen gebeurde in de onderwereld het uitzonderlijke, wat nog nooit was aanschouwd. De wezenloze schimmen luisterden naar de liefelijke klanken en weenden…Het koningspaar zelf was niet minder ontroerd. Persefone zag haar gemaal vragend aan, Hades knikte toestemmend en dadelijk zond de koningin een van de boden om Euridice te halen."

Zo (maar uitgebreider) vertelt de Romeinse schrijver Ovidius het hoogtepunt van het oude Griekse verhaal over Orfeus, de mythische zanger. Orfeus slaagt erin door zijn zang de dood te overwinnen en zijn geliefde Euridice weer vrij te krijgen uit het dodenrijk. Wie het verhaal kent weet dat er op het laatste nippertje toch nog een kink in de kabel komt. Daarover later. Wie is die Orfeus?

Ossip Zadkine - Orfeus
De machtigste zanger

Orfeus is dé zanger in de oude mythen en sagen van de Grieken. De verhalen over hem weerspiegelen iets van het denken van de oude Grieken over zingen en zangers. Wat opvalt is de macht die daarin toegeschreven wordt aan het zingen. Volgens de verhalen was Orfeus een koningszoon uit Thracië, een wilde bergstreek ten Noordoosten van Griekenland (het huidige Bulgarije).Hij werd begenadigd door Apollo, van wie hij een lier had gekregen, waarop hij zichzelf begeleidde bij het zingen. Met zijn betoverende muziek en gezang wist Orfeus de hele natuur – wilde dieren, bomen en zelfs rotsen – in de ban te houden.

In het verre verleden doorkruiste hij met Jason en een groep sterke mannen (de Argonauten) de Zwarte Zee op zoek naar het 'gulden vlies' (de gouden vacht van een ram). Orfeus gaf met zijn zang het ritme aan voor de roeiers op de boot. Met zijn muziek slaagde hij er ook in een storm te bedaren. Onderweg kwamen zij in de buurt van de Sirenen, halfgoddelijke vrouwen die de zeemannen lokken met hun zang en ze dan vermoorden. Orfeus weet de Sirenen echter te overtreffen met zijn zang, zodat het schip ongehinderd langs hen komt en zijn doel bereikt. 

Zo wordt in dat verhaal strijd gevoerd met zingen. Het lijkt wel een concours, maar dan een waar het leven van afhangt. Het doet je denken aan Idols en de X-factor en aan de strijd tussen diva's en tenoren in de opera van onze tijd.

De dood bijna weggezongen

Het meest bekend is het verhaal van Orfeus en Euridice, dat herhaaldelijk tot opera verwerkt is (o.a. door Monteverdi en Glück). Orfeus is nog maar pas getrouwd met deze mooie boomnimf als zij door een adder gebeten wordt en sterft. Orfeus wil haar terug en gaat op pad naar de onderwereld. Een levende heeft geen toegang tot de onderwereld, maar door zijn zang weet Orfeus alle hinderpalen te overwinnen. In de onderwereld brengt hij de duffe geesten in vervoering en weet hij uiteindelijke ook Hades, de koning van de onderwereld, met zijn zang te vermurwen om Euridice mee terug te laten keren naar het land van de levenden. 

Voorwaarde is wél dat Orfeus voorop gaat, dat Euridice hem volgt vanuit de onderwereld naar de mensenwereld en dat hij daarbij niet omkijkt. Als ze bijna boven zijn aangekomen twijfelt Orfeus of Euridice hem wel volgt, want hij hoort haar niet. Hij kan zich uiteindelijk niet meer beheersen en kijkt toch om. Meteen valt Euridice terug in de Onderwereld, nu voorgoed. Orfeus doet nog pogingen om opnieuw naar de Onderwereld af te dalen, maar hij komt er niet meer in. 

Tragisch: bijna had Orfeus met zijn zang ook de dood overwonnen, maar het lukt nét niet. In het verhaal lijkt het of deze mislukking te wijten is aan een kleine zwakte van Orfeus, maar het verhaal maakt daarmee natuurlijk duidelijk dat er een grens is aan de macht van de zang, ook al betreft het de beste en de machtigste zanger van de wereld en van de hele geschiedenis. Waarom moest Orfeus voorop gaan? Betekent dit dat de zang de weg wijst aan de liefde en het leven? Waarom mocht Orfeus niet omkijken en waarom deed hij het toch? 

Wat maakt dat volgens het verhaal ook deze 'superzanger' de dood niet kan overwinnen? Wil men daarmee zeggen dat het gehoorzamen aan de wil van de goden toch nog boven het zingen gaat? Of gaat het om het blinde vertrouwen in de geliefde, dat zij bij je is ook al merkt je het niet? Wijst het omkijken misschien op twijfel aan de kracht van de zang? Of betekent het dat een mens vroeg of laat toch de fundamentele grenzen van het menselijk bestaan ziet? Een mens kan niet alleen vooruitkijken, hij moet ook 'omkijken' en ziet dan waar hij vandaan komt en wat zijn wezen en zijn grenzen zijn. In ieder geval zegt het verhaal: zang is machtig en kan de wereld beïnvloeden en veranderen, maar de overwinning van de dood is een stap te ver.

Hartstochtelijke zingende vrouwen

Het vervolg van de verhalen over Orfeus is ook nog wonderlijk en raadselachtig. 
Als hij in zijn vaderland Thracië weer zit te zingen wordt hij aangevallen  door woeste vrouwen die in extase zingen en dansen op het feest van de wijngod Dionysos. Zij stenigen Orfeus, slaan hem dood met stokken en takken en trekken zijn lijk in stukken uiteen. Volgens sommige vertellers straffen de vrouwen daarmee Orfeus omdat hij trouw bleef aan Euridice en niets meer met andere vrouwen te maken wilde hebben. 

In ieder geval speelt in dit verhaal de concurrentie mee tussen de goden Apollo en Dionysos. Apollo staat voor de geordende schoonheid en de wijsheid, Dionysos is de god van de wilde hartstocht. Het is een strijd die we doorheen heel de geschiedenis van de kunst, ook van de zangkunst, terugvinden. Denk maar aan de harmonische schoonheid van de klassieke muziek tegenover de wilde ritmes van moderne bands. 

Misschien heeft het ook met leeftijd te maken: wellicht had de zang van Orfeus in zijn jonge jaren ook meer van de wilde vervoering waarmee hij alles in beweging bracht en kwam hij met de jaren tot de rust in harmonische schoonheid. Hij wordt dan wél het slachtoffer van de wilde hartstocht van een nieuwe generatie. 
Is het toevallig dat die in het verhaal uit vrouwen bestaat? Waarom waren die dan zo anders dan de zoetgevoosde vrouwenstemmen in onze koren? En hoe zit het dan met de mannen? Zijn die zo geordend en rationeel?

Het verhaal gaat nog verder. Het hoofd van Orfeus komt met zijn lier in de rivier terecht en drijft in zee zingend naar het eiland Lesbos. Daar wordt Orfeus voortaan vereerd en Lesbos wordt het centrum van de lyrische poëzie.  Wel typisch dat alleen zijn hoofd overblijft ter verering, zijn lijf ontbreekt. Is dat typisch voor onze 'klassieke' koorzang?

De vrouwen vinden we ook terug in de Sirenen die in de beroemde Odyssea van Homeros, over de zwerftocht van Odysseus van Troje naar zijn thuis op Ithaka. Zij trachten ook de held Odysseus en zijn gezellen weer te lokken met hun verleidelijk gezang. Die stoppen echter de oren dicht met was en Odysseus laat zichzelf vastbinden aan de mast van het schip, om zo de verleiding te kunnen weerstaan. Zo kan hij zijn reis voorzetten om uiteindelijk terug te keren naar zijn vrouw Penelope.

Dichterbij in tijd en ruimte vinden we de Sirene terug in het verhaal over de Lorelei. Op de steile rots met die naam aan de Rijn bij Sankt Goarshausen zingt een mooie vrouw zo verleidelijk dat de schippers niet meer opletten, te pletter varen tegen de rots en verdrinken. Het is een verhaal dat pas in de 19de eeuw opduikt. Ook daarin vinden we weer de macht van het zingen, waarvoor in de oude Griekse verhalen naast de Sirenen vooral Orfeus model staat. Heinrich Heine schreef er een gedicht over, Friedrich Silcher maakte daar het bekende lied van: "Ich weiss nicht was soll es bedeuten…".

Das Loreleylied

tekst: Heinrich Heine, 1823 (1797 - 1856)
muziek: Friedrich Silcher 1837 (1789-1860)

Ich weiß nicht was soll es bedeuten
Daß ich so traurig bin;
Ein Märchen aus alten Zeiten,
Das kommt mir nicht aus dem Sinn.                       

Die Luft ist kühl und es dunkelt,
Und ruhig fließt der Rhein;
Der Gipfel des Berges funkelt
Im Abendsonnenschein.

Die schönste Jungfrau sitzet
Dort oben wunderbar,
Ihr goldenes Geschmeide blitzet,
Sie kämmt ihr goldenes Haar.                                

Sie kämmt es mit goldenem Kamme
Und singt ein Lied dabey;
Das hat eine wundersame,
Gewaltige Melodei.

Den Schiffer, im kleinen Schiffe,
Ergreift es mit wildem Weh;
Er schaut nicht die Felsenriffe,
Er schaut nur hinauf in die Höh´.                            

Ich glaube, die Wellen verschlingen
Am Ende Schiffer und Kahn;
Und das hat mit ihrem Singen
Die Lore-Ley getan.

Geen opmerkingen: