Ik blijf nog putten uit Musicifilia. Oliver Sacks vertelt ook over de Engelse musicus en musicoloog Clive Wearing, die getroffen werd door een hersenontsteking en daardoor een ingrijpend geheugenverlies leed en ook het vermogen verloor nieuwe herinneringen te bewaren. Na enkele momenten was hij vergeten wat hij meemaakte. Het was voor hem alsof hij elk moment opnieuw wakker werd uit een lange toestand van bewusteloosheid. Zijn muzikale vermogens waren echter onaangetast.
Wonderlijk muziekgeheugen
Het is zonneklaar dat Clive niet alleen het stuk perfect kende, wist hoe alle partijen bijdroegen tot het ontvouwen van de muzikale gedachte, maar ook nog over al zijn specifieke dirigeervermogens, zijn beroepsmatige persoonlijkheid en zijn unieke stijl beschikte.” Sacks vraagt zich af: “Clive kan geen herinnering aan voorbije gebeurtenissen en ervaringen bewaren, en is bovendien de meeste herinneringen aan gebeurtenissen en ervaringen van vóór zijn hersenontsteking kwijt – hoe heeft hij dan zijn opmerkelijke muziekkennis, zijn vermogen om muziek te lezen, piano of orgel te spelen, te zingen, een koor te dirigeren op de meesterlijke manier van uit de tijd voordat hij ziek werd, kunnen bewaren?”
Zijn muzikale vaardigheden, stelt Sacks, zijn blijkbaar vastgelegd op een dieper niveau van de hersenen dan de delen van de hersenschors die bij Clive vernietigd zijn en die het expliciete geheugen dragen. Ze horen blijkbaar niet tot de handelingen die afhangen van de waarneming en het expliciete bewustzijn, maar tot de vastliggende actiepatronen , zoals automatismen die een kind al zeer vroeg in het leven aanleert en die vastgelegd worden in primitieve delen van de hersenen, bijvoorbeeld het rechtop lopen.
Jezelf terugvinden
De muziek die Clive maakt gaat echter verder dan de automatismen: “Telkens als Clive zingt of piano speelt of een koor dirigeert, komt het automatisme hem te hulp. Maar wat er bij een kunstzinnige of creatieve uitvoering uitkomt is allesbehalve automatisch, ook al berust het op automatismen. Het feitelijke spel brengt hem weer tot leven, schakelt hem als creatief mens in; het wordt fris en levendig en kan nieuwe improvisaties of vernieuwingen bevatten. Als Clive eenmaal begint te spelen, houdt zijn ‘stuwkracht’ hem en het stuk aan de gang.”
Deze stuwkracht zit in de muziekstructuur zelf. “Een stuk muziek is niet zomaar een aaneenschakeling van noten, maar een strak georganiseerd organisch geheel. Elke maat, elke frase, ontstaat organisch uit wat eraan vooraf ging en wijst vooruit naar wat erop volgt…Een melodie die we ons ‘herinneren’ speelt in ons hoofd, komt opnieuw tot leven. Er is geen proces van oproepen, voor de geest halen, in elkaar zetten, herindelen, herscheppen, zoals wanneer we een gebeurtenis of een tafereel uit het verleden proberen te reconstrueren. We herinneren ons één toon tegelijk en elke toon vervult ons hele bewustzijn, maar houdt tegelijkertijd verband met het geheel…Het kan zijn dat Clive, die door zijn amnesie niet meer in staat is zich gebeurtenissen te herinneren of erop vooruit te lopen, wel in staat is te zingen of muziek te spelen of te dirigeren omdat het herinneren van muziek helemaal geen herinneren in de gebruikelijke zin van het woord is. Muziek herinneren, beluisteren of spelen gebeurt geheel en al in het heden.”
Sacks citeert de muziekfilosoof Victor Zuckerkandl: “Een melodie horen is nu horen, gehoord hebben en op het punt staan te horen, allemaal tegelijk. Elke melodie verklaart ons dat het verleden er kan zijn zonder te worden herinnerd, de toekomst zonder vooraf bekend te zijn.” Omdat Clive helemaal thuis is in de muziek overstijgt hij daarin zijn geheugenverlies en vindt hij in de muziek zichzelf terug.
Ruimte en tijd overwinnen
Dit ziekteproces laat ons zien dat het mogelijk is in muziek tijd en ruimte te overwinnen. Bij Clive is dit zeer opmerkelijk omdat zijn geheugenverlies zeer radicaal is en zijn muziekbeleving zeer intens. Toch laat dit geval ons iets zien dat bij ieder mens die zingt of anderszins muziek maakt aanwezig is. In ons zingen overstijgen wij de tijd en beleven wij het verleden in het nu, zonder dat we ons daarvan bewust hoeven te zijn.
Dat kan een verklaring zijn voor de emotionele lading die ons zingen heeft. Een lading die wisselt volgens de muziek die we zingen en volgens de intensiteit van het zingen. In ons zingen trilt ons hele leven mee en wellicht ook dat van voorgaande generaties. Deze beleving geeft ook richting aan onze toekomst. We beleven intens de persoon die we ten diepste zijn en die ons leven in de toekomst richting geeft.
Eindeloos bewustzijn?
Tot hiertoe heb ik de beschouwingen van Sacks gevolgd. Dat Clive Wearing in de muziek zijn geheugenverlies overstijgt en daarmee de tijd, verklaart hij door de veronderstelling dat muziek in diepere lagen van de hersenen opgeslagen ligt. Er is echter mogelijk ook een andere verklaring en wel in de lijn van de theorie van Pim van Lommel in zijn boek Eindeloos bewustzijn.
De voormalige cardioloog schreef dit boek naar aanleiding van het fenomeen van bijna-dood-ervaringen waarmee hij geconfronteerd werd in zijn praktijk als arts en die hij nader onderzocht. Mensen met een vrij langdurige hartstilstand, waarbij geen enkele hersenactiviteit meer wordt waargenomen, blijken soms volledig en intens bewust te zijn van wat er met hen gebeurt, overzien in zeer korte tijd heel hun leven en voelen zich zeer gelukkig.
Volgens Van Lommel een fascinerend fenomeen dat grote vragen opwerpt bij de klassieke opvatting over de relatie tussen hersenen en bewustzijn. Voor een uiteenzetting van de feiten moet ik verwijzen naar het boek. Ik geef hier alleen kort de conclusies die Van Lommel trekt uit het feitenmateriaal. Hij stelt dat we uit de feiten van bijna-dood-ervaringen moeten besluiten dat het menselijk bewustzijn niet het product is van hersenprocessen, maar deze overstijgt. Ook het fenomeen van het menselijk geheugen is volgens hem niet verklaarbaar als dat volledig gebonden zou zijn aan de hersenen.
Van Lommel stelt dat het expliciete bewustzijn een afspiegeling is van een bewustzijn dat tijd en plaats overstijgt en ook eindeloos veel ruimer is dan het individuele bewustzijn. De hersenen zijn het instrument waarmee een mens toegang heeft tot dit eindeloos bewustzijn en het concreet vorm geeft in tijd en ruimte. Ze zijn te vergelijken met een radiotoestel dat signalen hoorbaar maakt die in de ruimte om ons heen aanwezig zijn, ook als de radio niet werkt. Dit klinkt voor velen waarschijnlijk fantastisch, wellicht ongeloofwaardig, maar anderen herkennen daarin eigen ervaringen en hun diepste overtuiging.
Als dit klopt dan zou muziek wel eens een speciale toegang kunnen geven tot dit ‘eindeloos bewustzijn’ bij mensen die deze vaardigheid sterk ontwikkeld hebben zoals Clive Wearing.. Een overtuiging die aansluit bij de oudste opvattingen van de Hindoes over de betekenis van de klanken, vooral de klank Ooom. Muziek, en met name zingen, is overigens in alle oude culturen en godsdiensten belangrijk voor het contact met wat de mens overstijgt. Als muziek inderdaad een speciale toegang kan geven tot het ‘eindeloos bewustzijn’, dan zou dat een verklaring kunnen geven voor het feit dat Wearing ondanks zijn radicaal geheugenverlies toch in de muziek zichzelf hervindt en de tijd van zijn muzikaal meesterschap kan herbeleven. Hij zou dan niet putten uit zijn geheugen, dat grotendeels verloren gegaan is, maar uit het ‘eindeloos bewustzijn’ waarin zijn muziekervaring bewaard is.
Het is niet verwonderlijk dat de visie van Van Lommel op grote weerstand stuit, vooral bij de klassieke wetenschappers en bij iedereen die ervan uitgaat dat de geest een product is van de materie. Het blijft ook een theorie die niet bewezen kan worden en de feiten waar Van Lommel van uitgaat worden door anderen anders geïnterpreteerd en verklaard. Van Lommel zelf stelt nochtans dat zijn theorie een wetenschappelijke theorie is, niet een uitdrukking van religieus geloof, hoewel hij zelf ook de verwantschap ziet met bepaalde religieuze opvattingen. Hij wijst in ieder geval op een aantal onbeantwoorde vragen omtrent het menselijk bewustzijn en zo op het mysterie van het menselijk bestaan. Het zijn vragen waar ook Oliver Sacks tegenaan gelopen is bij mensen met hersenletsels die in de muziek en vooral in het zingen hun letsel overstijgen. Welk antwoord je ook geeft, het fenomeen zelf is wonderlijk en wijst op de grenzen van onze kennis.
Die macht der Musik
Wer einsam steht im bunten Lebenskreise
Und was das Leben teuer macht, verlor,
Wie bebt sein Herz, triff eine liebe Weise
Aus früher Jugendzeit sein horchend Ohr.
Willkomme Töne! eures Hauches Fächeln
Weckt eine schlummernde Gedankenwelt,
verweinte Augen lernen wieder lächeln,
Die düst're Stirn ist plötzlich aufgehellt!
Der Zephyr, der in reichen Blumendüften
Des Orients sich hin und her gewiegt,
Verbreitet Balsamhauch noch in den Lüften,
Wenn schon die Blume welk am Boden liegt:
So lebt, ist auch der Traum des Glücks entschwunden,
Erinnerung im Hauche der Musik;
Ein kleines Lied aus jenen bessern Stunden
Bringt uns die alte Seligkeit zurück!
Helène, hertogin van Orléans (1814-1858)
Op muziek gezet door Franz Liszt (1811-1886)
en Johann Karl Gottfried Loewe (1796-1869)
Wie eenzaam staat in ‘t bonte leven
en wat het leven waarde geeft verloor,
hem kan een lief lied ‘t hart doen beven:
een wijs uit verre jeugd treft ’t luisterend oor.
Welkome tonen! hun wervelende ademtocht
wekt een wereld van sluimerende gedachten,
het somber gelaat licht plots weer op,
verweende ogen weten nu weer hoe ze lachten
Zephyr’s wind ooit gewiegd in ’t Oosten
doorheen de rijke bloemengeuren heen en weer
verspreidt nog balsemrijke adem in de lucht,
de bloemen zelf liggen al verwelkt neer.
Zo leeft in de adem van muziek
herinnering aan geluksdroom die verdween,
een klein lied uit die betere uren
brengt oude zaligheid die verloren scheen.
Vertaling: Jef De Schepper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten